Staalsector incasseert harde dreunen van de oorlog in Oekraïne - NRC

2022-04-21 10:14:43 By : Ms. Nancy Xu

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Staalfabriek Er heerst „gekte op de staalmarkt”. Door de oorlog in Oekraïne schiet de staalprijs omhoog, waardoor bouwers tonnen verliezen op eerder afgesloten contracten. Ook Voortman Steel Group in Rijssen voelt druk. „Straks worden projecten uitgesteld vanwege te hoge bouwkosten.”

Voor de fabriek van Voortman Steel Group in Rijssen, Overijssel liggen bergen stalen balken. Hoe meer roest op de voorraad liggers en kolommen, hoe langer ze al wachten op verwerking tot onderdelen van distributiecentra, kantoorgebouwen en wooncomplexen.

„Eigenlijk is het niet de bedoeling dat hier staal ligt”, zegt algemeen directeur Bert van Beek. Voor de rondgang door de fabriek heeft hij zijn nette bruine schoenen verruild voor zwart schoeisel met stalen neuzen. „Het idee is dat een vrachtwagen het staal aflevert op het moment dat het nodig is, zodat het meteen de fabriek in kan om bewerkt te worden. Dat is het efficiëntst. Maar dat was voor de gekte op de staalmarkt die ontstaan is door de Oekraïneoorlog. Nu kunnen we het staal niet precies op het juiste moment bestellen, we zijn al blij als we het kunnen krijgen.”

Voortman Steel Group is opgericht in de jaren zeventig, toen de textielindustrie in Twente verdween en de gereformeerde stad Rijssen zich massaal op de bouw stortte. Het familiebedrijf richtte zich op de staalconstructies voor bouwbedrijven. Inmiddels telt de groep 650 werknemers en maakt ze naast staalconstructies ook de machines voor de staalbewerking. Voortman is net klaar met het geraamte van het moderne kantoorgebouw The -Joan in Amsterdam en werkt aan een nieuw gebouw van hogeschool Inholland.

Met de verwerking van 15.000 ton staal per jaar is de impact van veranderingen op de staalmarkt voor Voortman aanzienlijk (omzet in 2020: 143 miljoen euro, winst 12,2 miljoen). En die veranderingen zijn groot: Rusland en Oekraïne zijn allebei grote staalproducenten. Vanwege de economische sancties mag in veel landen geen staal uit Rusland meer worden geïmporteerd. En in Oekraïne is de grootste staalfabriek, Azovstal in Marioepol, vernietigd door een Russisch bombardement. Andere fabrieken liggen stil. Het wegvallen van leveringen uit beide landen leidde tot paniek op de staalmarkt. Vlak na de Russische inval schoten de prijzen omhoog. Die van stalen platen en kokers lijken geen piek te kennen. De prijs van balkstaal – het ruwe materiaal dat in de bouw wordt gebruikt – is inmiddels gestabiliseerd, maar op een veel hoger niveau dan voor de oorlog.

„Staal is al jaren een heel goedkoop product met een stabiele prijs”, zegt Frank Maatje, directeur van branchevereniging Bouwen met Staal. „Voor een kilo balk-staal betaalde je altijd rond de 70 cent. Tijdens de coronacrisis zagen we al een geleidelijke stijging naar 1,10 per kilo. Maar sinds het uitbreken van de Oekraïnecrisis is de prijs met ruim 50 procent gestegen.”

Dat de prijs binnen een paar weken zo hard omhoogging, komt volgens Van Beek door de paniek die de Oekraïneoorlog teweegbracht. „Het is niet zo dat de kosten van de staalfabrieken zo erg omhoog zijn gegaan, het is echt een kwestie van vraag en aanbod. Oekraïne levert 30 procent van het Europese staal, in de vorm van een ruw product dat in walserijen in Duitsland en Luxemburg tot balken en platen wordt verwerkt. Wereldwijd is er genoeg staal, het kan bijvoorbeeld uit Azië komen, maar dat duurt maanden. Dat leidt tot stress bij staalbouwers over waar ze hun staal vandaan moeten halen en die emotie drijft de prijs omhoog. Ik kreeg wel drie keer per week mails van de handel dat de prijs weer met 10 procent omhoogging. Staalfabrieken verdienen daaraan.”

Staal is overigens niet de enige grondstof die fors duurder is geworden: ook de prijs van andere bouwmaterialen is door het wegvallen van de grondstoffenexport uit Rusland en Oekraïne afgelopen weken sterk gestegen. Dat geldt onder andere voor aluminium, baksteen, cement, glas en hout. Maar de prijs van staal is het hardst omhooggegaan. En daar hebben staalbouwers heel veel last van, merkt Maatje aande leden van Bouwen met Staal.

„Om de kwetsbaarheid van de staalbouwers te begrijpen, moet je naar het proces kijken”, legt Van Beek van Voortman uit. „Zodra een opdrachtgever akkoord is met onze offerte, gaan wij naar de digitale ‘tekentafel’. Dat proces van engineering duurt meestal zo’n zes weken. In het verleden kochten wij pas daarna het staal in. Afgelopen jaren is dat nooit een probleem geweest, omdat staal al twintig jaar min of meer dezelfde prijs had. Maar nu ging het helemaal fout: als je eind maart staal wilde inkopen voor projecten die je in februari had aangenomen, was dat staal plotseling anderhalf keer zo duur geworden.”

Van Beek rekent voor. „Voor de grote staalbouwers is een project van duizend ton staal niet zo gek. Een miljoen kilo maal 80 cent extra betekent alleen al op één project een tekort van 800.000 euro. Met onze 15.000 ton staal per jaar is dat serieus geld, dat gaat over miljoenen. Zoveel winst maken wij niet, hoor, en onze collega’s ook niet.” Volgens Maatje vallen prijsverschillen als deze buiten het ondernemersrisico. „Sommige bedrijven hebben contracten die nog op 1,10 staan. We moeten kijken of en hoe die contracten opengebroken kunnen worden, maar dat is tijdrovend en veel gedoe.”

Voor Voortman is de schade voorlopig te overzien. Het bedrijf heeft eind februari het meeste staal ingekocht voor de lopende orders. Met enkele opdrachtgevers die tussen februari en maart een opdracht indienden, waarbij de prijsstijgingen wel een probleem vormen, is Voortman in overleg.

Een tweede zorg is de verkrijgbaarheid van het benodigde staal. Stalen balken blijven naar verwachting wel leverbaar, maar voor stalen platen is dat anders: die komen grotendeels uit Rusland. Europese walserijen kunnen ruwe blokken staal ook wel tot platen omvormen, maar doen dat vooral voor de auto-industrie, omdat die platen – veel dunner dan de stalen platen die in de staalbouw gebruikt worden – meer opbrengen.

Bij Voortman is dat probleem afgewend. „Staalbouwers kopen normaal gesproken op projectbasis in, waardoor wij nooit voorraden hebben, maar wij hebben een paar weken geleden strategisch heel veel staalplaten ingekocht”, vertelt Van Beek. „Wel voor een hoge prijs, maar daarmee kunnen we tot de zomervakantie vooruit.”

Staalplaten worden bij Voortman onder andere gebruikt om aan de balken te lassen. Dat gebeurt hier in de fabriek, waar de avondploeg – allemaal mannen in grijs met zwarte overalls – net komt binnenlopen. Met bril en gehoorbescherming op lezen ze van gedetailleerde bouwtekeningen op welke plek de stalen platen en andere onderdelen moeten komen. Zodra het lassen begint, licht de hal op verschillende plekken blauw op.

„Op de korte termijn is de schade wel te overzien. Maar wat goed zou kunnen, is dat het zo duur wordt om te bouwen, dat projecten uitgesteld worden”, zegt Van Beek. Nu draaien de eigen machines in Rijssen nog op volle toeren. De stalen balken die voor de fabriek lagen, rollen over een soort lopende band door de machines heen. Het staal wordt achtereenvolgens geautomatiseerd schoongestraald, afgetekend, geboord en op lengte gezaagd. Maar of dat na de zomer ook nog zo is, zal de tijd uitwijzen. „Als de staalbouwer al een contract getekend heeft, ligt het probleem bij hem. Maar bij nog ongetekende contracten zegt de opdrachtgever dan: ‘Met deze prijzen gaan we het niet doen.’”

Uit de maandelijkse meting van het producentenvertrouwen van het CBS blijkt dat de verwachte bedrijvigheid in de industrie afneemt. Ook het producentenvertrouwen binnen de metaalsector is in maart gedaald ten opzichte van een maand eerder.

Aan de overkant van de straat, tegenover de hal waarin de stalen balken bewerkt en gelast worden, bouwt Voortman machines voor de staalbouw. De verkoop van die machines kan iets zeggen over de ontwikkelingen op de staalmarkt, want wie verwacht minder te produceren, gaat ook geen machines aanschaffen. Uit de economische barometer van de Konin-klijke Metaalunie blijkt dat investeringen in het machinepark afnemen. Maar bij Voortman merken ze dat nog niet. „We hebben nog steeds een gigantische orderportefeuille, die zit tot in de herfst vol”, zegt Van Beek. „Maar we zullen zien wat de toekomst brengt.”

„Het is nog te vroeg om over faillissementen in de staalbouw te praten”, ziet Maatje, „maar wij verwachten wel dat het gaat gebeuren. Voor de staalbouwers is het voorlopig riemen vast.”

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.