Poolse kolensector werpt donkere schaduw op Europese klimaatambities - MO*

2021-12-18 03:36:39 By : Mr. Tom Li

Zonder jouw steun bestaat MO* niet

Overal in Kleszczów zijn de schoorstenen en rookpluimen van de elektriciteitscentrale van Belchatów aan de horizon zichtbaar.

Het kolenverslaafde Polen zegt zijn mijnen te willen sluiten, maar tussen woord en daad gaapt vaak een diepe kloof. De een ziet de vervuilende industrie als een vloek, de ander vreest banenverlies en armoede. "Mijnwerkers hebben hun eigen cultuur, die zet je niet zomaar in een Amazon-distributiecentrum."

P olska Grupa Energetyczna SA (kortweg PGE) is een monsterlijk groot bedrijf. Het energiebedrijf is voor 57 procent in handen van de Poolse staat en voorziet meer dan 5 miljoen Poolse huishoudens van elektriciteit. PGE is eigenaar van tientallen kolencentrales in het hele land. Het exploiteert zijn eigen kolenmijnen en heeft een elektriciteitsnet van bijna 300.000 kilometer.

Het paradepaardje van PGE is zonder twijfel de elektriciteitscentrale van Belchatów, Europa's grootste kolencentrale, geopend in 1988. Het gigantische complex stoot binnen de EU de meeste broeikasgassen uit: maar liefst 30 miljoen ton CO2 per jaar. De installatie bestaat uit 13 reactorblokken en is 5 keer groter dan een gemiddelde Europese elektriciteitscentrale. Blijf op de hoogte Schrijf u in voor onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het wereldwijde nieuws eMO*: de beste twee keer per week MO* Dagelijks: Dagelijkse toppers Ik ga akkoord met het privacybeleid * Anti-spamcode:

Dikke witte rookwolken hangen boven de bossen in het gebied, afkomstig van 2 rood-witte schoorstenen die 300 meter de lucht in steken. Vrachtwagens komen en gaan, een ingewikkeld transportbandsysteem voorziet de elektriciteitscentrale 24 uur per dag van kolen.

'Het leven draait hier om kolen', zucht Adam Kowalski (niet zijn echte naam) achter het stuur van zijn auto. 'Helaas wordt de milieuschade van de vervuilende industrie langzaamaan onacceptabel. De elektriciteitscentrale van Belchatów langer openhouden is onhoudbaar.'

Kowalski heeft zijn hele leven in de fabriek van PGE gewerkt en is nu met pensioen. Omdat hij in een kleine mijngemeenschap woont, gebruikt hij liever niet zijn echte naam in dit artikel. Jarenlang was hij monteur, hij hield in de gaten of alle processen goed gingen, de druk in de machines stabiel bleef en of er ergens grenswaarden werden overschreden.

De mijn is zo verschrikkelijk groot dat je hem vanuit de ruimte kunt zien.

De steenkool die PGE verbrandt, komt uit een gigantische dagbouwmijn die pal naast de elektriciteitscentrale ligt. Het mijncomplex is 200 meter diep en laat een 12 kilometer lang industrieel pad achter in de Poolse bossen.

Beneden in de mijn scheppen rupsgraafmachines met grote schepwielen kolen op lange loopbanden. Vanaf de rand van het mijnbassin lijken ze op kleine speelgoedautootjes. De krachtcentrale verderop slokt de hele horizon op en de mijn is zo huiveringwekkend groot dat hij vanuit de ruimte te zien is.

'In totaal ligt er 120 kilometer aan loopbanden in de mijn', zegt Kowalski. 'Duizenden mensen verdienen hun brood met de mijnbouw. Maar nu wil de Europese Unie de afschaffing van steenkool versnellen en iedereen is bang. De mijn 's nachts sluiten zou een ramp zijn. Dan gaat de welvarende gemeenschap die we hier decennialang hebben opgebouwd naar de kloten.'

De krachtcentrale verderop slokt de hele horizon op en de mijn is zo huiveringwekkend groot dat hij vanuit de ruimte te zien is.

PGE is in 2007 ontstaan ​​uit een fusie van het elektriciteitsbedrijf PSE (Polskie Sieci Elektroenergetyczne SA) en verschillende andere Poolse energiebedrijven. Een aanzienlijk deel van de aandelen wordt verhandeld op de beurs van Warschau. In 2020 maakte PGE 45 miljoen zloty (ongeveer 10 miljoen euro) winst.

Op dit moment wekt PGE nog 80 procent van alle energie op met kolen of bruinkool. Tegen 2050 zegt het bedrijf volledig over te willen gaan op groene energiebronnen. Daarom heeft het vergaande plannen ontwikkeld om over te stappen van kolen op gas en worden er nieuwe zonneparken gebouwd. Ook wil het twee windparken bouwen in de Oostzee en is het totale windvermogen op land met 1 gigawatt uitgebreid.

PGE wil zelf voor 2030 ruim 16 miljard euro investeren in duurzame energie. Naast de eigen investeringen wil het energiebedrijf “volledig gebruik maken van de bijzondere financieringsmogelijkheden voor groene investeringen” van banken, investeerders en EU-fondsen.

Een belangrijke financieringspartner is de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD). De investeringsbank is in 1991 opgericht om de voormalige communistische landen van Oost-Europa te helpen bij hun overgang naar een markteconomie. De EBRD heeft haar hoofdkantoor in Londen en haar aandelen zijn in handen van de regeringen van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en 67 andere nationale regeringen. De EU en de Europese Investeringsbank (EIB) zijn ook lid van de EBWO en bepalen zo de koers van de bank.

Sinds haar oprichting heeft de EBRD geïnvesteerd in maar liefst 456 verschillende projecten in Polen. In 2005 verstrekte het PGE een lening van 100 miljoen EUR voor de bouw van een nieuwe kolenreactor in Belchatów. Maar intussen wil de EBWO afstappen van fossiele brandstoffen en bijdragen aan de klimaattransitie door meer in te zetten op duurzame investeringen. De bank voorziet dat in 2025 groenprojecten meer dan de helft van haar investeringen uitmaken.

De EBRD in Albanië steunt al met 9,1 miljoen euro de bouw van een drijvend zonnepark. Daarnaast ontwikkelt ze samen met de overheid een beleidsplan in Oezbekistan om de energiesector klimaatneutraal te maken. In Griekenland steunt het de uitgifte van groene obligaties en in Polen financiert het een fabriek die batterijen voor elektrische auto's gaat produceren.

Trots zijn op investeringen in windturbines betekent niet automatisch dat de uitstoot van kolencentrales zal afnemen.

Uit de lijst met projecten per land blijkt dat de EBRD in Polen sinds 2010 fors investeert in (met name) windenergie. De bank zelf ziet de ontwikkeling van duurzame energiebronnen in Polen als voorbeeld voor andere landen. PGE zelf ontving in 2017 een lening van 109 miljoen om het elektriciteitsnet te moderniseren.

"Een belangrijke transactie voor onze bank, onze partner PGE en ook voor Polen", schreef de EBRD in een persbericht. 'We zijn verheugd PGE te mogen begeleiden bij de transformatie van het energienetwerk naar een efficiënter en schoner systeem.'

Een kritische analyse van wat PGE precies doet, werpt echter een ander licht op de groene ambities van het bedrijf. Opscheppen over investeringen in windturbines betekent immers niet automatisch dat de uitstoot van kolencentrales daalt. Een maand voordat het van de EBRD 109 miljoen euro ontving om een ​​'efficiënter en schoner systeem' te realiseren, maakte PGE bekend dat het de Poolse vestiging van het Franse energiebedrijf EDF (Électricité de France) voor 1,4 miljard euro zou overnemen - waaronder 6 grote kolencentrales.

In 2016 was PGE een van de partijen die betrokken waren bij de oprichting van de Poolse Mijnbouwgroep (Polska Grupa Górnicza – PGG). Het machtige kolenconglomeraat bezit 11 mijnen in heel Polen. Lees ook 'Monstervervuilers' in Oekraïne krijgen ondanks strenge milieuwetgeving miljoenen aan leningen

Ook om die transactie te financieren was het volgens een persbericht van PGE belangrijk om 'investeringen aan te trekken in de vorm van leningen van commerciële banken en obligatieprogramma's, van de Poolse Nationale Investeringsbank en van multilaterale instellingen zoals de Europese Investeringsbank of de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.' Inderdaad: het merendeel van de bij PGG betrokken partijen werd ook gefinancierd door de EBRD.

In 2018 tekende PGE een overeenkomst met een internationaal consortium van 4 banken voor een lening van 1 miljard euro om de elektriciteitscentrale van Belchatów te moderniseren. Ook toen werden alle betrokken banken voor honderden miljoenen euro's ondersteund door de EBRD. Op deze manier hebben EBWO-leningen indirect de levensduur van de vervuilende kolenindustrie in Polen met tientallen jaren verlengd, berekent Adam Kowalski.

'Oorspronkelijk was het plan om de fabriek in Belchatów dertig jaar open te houden. Dus tot 2018. Maar sindsdien is PGE alles aan het moderniseren. Daardoor wisten ze in 2020 nog 42 miljoen ton steenkool uit de grond te halen, een absoluut record. Naar schatting zit er nog genoeg in de grond om de centrale nog 2 decennia langer draaiende te houden. Zolang hier kolen worden gevonden, blijft die centrale open, vind ik.'

Dikke witte rookwolken hangen boven de bossen in het gebied, afkomstig van 2 rood-witte schoorstenen die 300 meter de lucht in steken.

Kowalski woont in Kleszczów, een gemeente met 6000 inwoners, vlakbij het mijnbekken. PGE moet belasting betalen voor elke ton steenkool die het binnen de gemeentegrenzen van Kleszców uit de grond haalt. Hierdoor groeide het uit tot de rijkste gemeente van heel Polen. De straten zijn gloednieuw, er is net een nieuw sportcomplex geopend en de grasvelden met fruitbomen zijn allemaal netjes geharkt. Op de straathoeken staan ​​beelden van Jezus, allemaal netjes versierd met Poolse vlaggen.

Het lijdt geen twijfel waar de welvaart vandaan komt: overal in het dorp zijn de schoorstenen en rookpluimen van de elektriciteitscentrale van Belchatów aan de horizon zichtbaar. In de industriezone rond de mijn hebben zich tal van internationale bedrijven gevestigd. Een Fins bedrijf maakt pijpleidingen, er zijn Duitse machinebouwers, autofabrikanten en een fabriek die parfum maakt van restproducten uit de mijn.

Kowalski woont in een vrijstaand huis met een grote tuin. Lachend biedt hij een glas whisky aan bij de koffie en cake. Zijn kleinzoon eet een broodje aan tafel. De zonnepanelen op het dak van het huis werden voor de helft betaald door PGE, evenals de windmolens verder weg en een luxe skihelling op een berg van mijnrotsafval.

Nu duidelijk is geworden dat steenkool ook in Polen zijn langste tijd heeft gehad, probeert PGE snel alle recente investeringen daarin door te geven. In juli 2021 tekende het bedrijf een controversiële overeenkomst met de Poolse regering om de hele kolentak onder te brengen in een door de staat gerunde National Energy Security Agency (NABE). Volgens het financiële plan van PGE moet de verkoop van de kolendivisie uiterlijk medio 2022 zijn afgerond.

'Tegelijkertijd richt het binnen de bestaande bedrijfsstructuur nieuwe entiteiten op om subsidies voor de bouw van windturbines aan te kunnen vragen', zegt Kowalski. 'Zo wordt het kolenbedrijf overgedragen aan de staat, heeft PGE geen last meer van investeringen die ineens verliesgevend worden en moet de belastingbetaler daarvoor opdraaien. Dat PGE al zo lang probeert de mijnen open te houden, komt vooral uit angst voor politieke onrust.' MEEST GELEZEN 1 Chronische ontvolking in Frankrijk: 'Het is triest om dit elke dag te zien' 2 West-Vlaanderen zoekt 77.000 extra werknemers, maar kunnen dat ook arbeidsmigranten zijn? 3 Iran is leeg: 'Alle creativiteit en innovatie is uit ons land gezogen'

Sinds de Europese Commissie eind 2019 haar Green Deal presenteerde, is de politieke realiteit snel veranderd. Ook voor Polen heeft dit grote gevolgen. Om aanspraak te kunnen maken op de nieuwe Europese subsidies uit het Just Transition Fund (JTF: een fonds dat speciaal is opgericht om mijnbouwregio's te helpen verduurzamen), zal de elektriciteitscentrale van Belchatów (en de mijn) nu echt moeten gesloten zijn.

Wojchiech Kukula is advocaat bij de in Warschau gevestigde tak van milieuorganisatie ClientEarth. In een fors rapport berekenden Kukula en zijn collega's dat de verkoop van de verlieslatende tak van PGE aan staatsagentschap NABE het energiebedrijf bijna 7 miljard euro zal opleveren; de Poolse regering investeert er ruim 5 miljard euro in.

Daarnaast zullen de mijnen en elektriciteitscentrales naar verwachting snel in waarde dalen nadat ze door de staat zijn overgenomen. Ook de EBWO zelf waarschuwt in een beleidsanalyse uit 2019 voor risico's die samenhangen met verdere leningen aan fossiele bedrijven, vanwege de afnemende hoeveelheid beschikbare grondstoffen en de impact van klimaatbeleid op de winstgevendheid.

'Het plan om zo'n staatsbureau op te richten kwam van PGE', zegt Kukula. 'Het is nu immers steeds moeilijker voor het bedrijf om geld te lenen op de financiële markten, vanwege de grote afhankelijkheid van kolen. Door 100 procent kolencentrales en mijnen in staatseigendom te maken, kan het goedkoper lenen en investeren in hernieuwbare energiebronnen of gas. Maar dat betekent wel dat de belastingbetaler nu betaalt voor de ondoordachte investeringen die PGE tot voor kort in de kolenindustrie deed.'

Het mijncomplex is 200 meter diep en laat een 12 kilometer lang industrieel pad achter in de Poolse bossen.

In een rapport uit 2020 schrijven EBRD-analisten dat "ons eigen onderzoek" heeft uitgewezen dat veel van de bedrijven waarmee zij zaken doet, weinig rekening houden met klimaatverandering. Ook acht de bank het onwaarschijnlijk dat deze 'bedrijven uit eigen beweging hun werkwijze zullen veranderen'. Klanten van de EBWO moeten zich daarom voortaan 'in ruil voor publiek geld' inzetten om 'hun ecologische voetafdruk te verkleinen', aldus de bank.

Desondanks probeerde EBRD-klant PGE tot de zomer van 2021 de opening te forceren van een volledig nieuwe dagbouwmijn die de kolencentrales van het bedrijf jarenlang open had gehouden. Volgens het bedrijf zou het de diepste mijn van heel Europa moeten zijn en zou het niet minder dan 6 jaar hebben gekost om voldoende gesteentelagen te doorbreken en steenkool te bereiken.

Geschokt door het uitblijven van een reactie van de EBRD, stuurde een coalitie van 63 Oost-Europese milieuorganisaties in 2021 een brief naar de bank waarin ze haar opriep niet alleen per direct te stoppen met het financieren van fossiele energieprojecten, maar ook met het verstrekken van leningen. aan commerciële banken die toch blijven investeren in steenkool.

Ook de elektriciteitscentrale van Belchatów wordt gecontroleerd in de provinciehoofdstad Lódz. Volgens een door ClientEarth gepubliceerd onderzoek zou de provincie Lódz (waartoe de gemeenten Kleszczów en Belchatów behoren) de op één na grootste Europese ontvanger van duurzaamheids- en transitiesubsidies kunnen worden als ze aan alle EU-voorwaarden voldoet: sluiting van de elektriciteitscentrale van Belchatów zou betekenen dat de provincie 10 miljard euro opleveren.

Burgemeester Hanna Zdanowska van het liberale Burgerplatform (PO) regeert al 10 jaar in Lódz. Onder haar bestuur veranderde de stad van een voormalig centrum voor de textielindustrie in een moderne studentenstad met een zeer diverse economie. De bevolking is relatief jong, overal in het centrum zijn kleine IT-bedrijfjes en hippe eettentjes. Muurschilderingen verfraaien de gerenoveerde gebouwen, die worden begrensd door groene parken.

Anders dan de conservatieve Poolse regering in de hoofdstad Warschau wil Zdanowska wel het voortouw nemen in de strijd tegen klimaatverandering, zegt ze nadrukkelijk: 'Burgemeesters hebben een veel directere relatie met de bevolking dan nationale politici. Dat de regering in Warschau nog steeds geen besluit heeft genomen over de toekomst van kolenbedrijven als PGE is een politieke keuze: ze is bang dat haar kiezers het niet zullen accepteren.'

Het kantoor van burgemeester Zdanowska, gevuld met stapels kranten en boeken, kijkt uit over de 4 kilometer lange Piotrkowska, een gezellige winkelstraat in goed onderhouden Art Nouveau-architectuur. Achter een gepolijste houten tafel staan ​​de geelrode regionale vlag van Lódz, de Poolse tweekleurige vlag en de stervlag van de EU naast elkaar.

Op verzoek van de Europese Commissie heeft de regionale overheid van Lódz een 'Territoriaal Just Transition Plan' opgesteld om voor subsidies in aanmerking te komen. Daarin maakte ze bekend dat ze tussen 2030 en 2036 de kolencentrale in Belchatów gaat uitfaseren. De laatste mijn moet dan in 2038 sluiten.

'Eigenlijk gaat het transitieplan niet om het stoppen van kolen, maar om het binnenhalen van EU-subsidies.'

In het uitgestrekte platteland rond de provinciehoofdstad wordt nu onderzoek gedaan naar de aanleg van zonneparken en aardwarmtecentrales.

Zo wil Zdanowka nieuwe banen creëren voor ingenieurs en technici die nog steeds hun brood verdienen in de elektriciteitscentrale van Belchatów. Buiten de stad staan ​​fabrieken van internationale witgoedfabrikanten als Miele en Whirlpool, de burgemeester heeft EU-subsidies gekregen voor de aanleg van nieuwe wegen en tramlijnen. Nog dit jaar werd in het centrum van Lódz een gloednieuw treinstation geopend.

Zo hoopt Zdanowska haar stad op de kaart te zetten als logistiek knooppunt tussen Oost- en West-Europa. 'Ik herinner me nog hoe diep Lódz zonk na het verdwijnen van de textielindustrie', zegt ze. 'De regio Belchatów heeft een vergelijkbare monoculturele economie. Het probleem is dat mijnwerkers in Polen bovengemiddeld verdienen. Ze hebben hun eigen cultuur en gebruiken. Die mensen zet je niet zomaar in een distributiecentrum van Amazon. Je moet banen creëren waar mensen zich mee verbonden voelen.'

Burgemeester Hanna Zdanowska: 'Het probleem is dat mijnwerkers in Polen bovengemiddeld verdienen. Ze hebben hun eigen cultuur en gebruiken. Die mensen zet je niet zomaar in een distributiecentrum van Amazon.”

Over het transitieplan van de provincie verschillen de meningen. Volgens Wojchiech Kukula gaan de plannen niet ver genoeg om de Europese klimaatdoelen te halen. ClientEarth probeert daarom via de rechtbanken een snellere sluiting van de kolencentrale van Belchatów af te dwingen.

'Mooi dat er nu een transitieplan is', zegt de jonge advocaat. 'Maar om de klimaatdoelen echt te halen, moet de elektriciteitscentrale van Belchatów voor 2030 gesloten zijn. Dat plan gaat eigenlijk helemaal niet over het stoppen met kolen, maar over het binnenhalen van EU-subsidies. De sluiting van Belchatów kwam er alleen maar bij, omdat dat een eis was van de Europese Commissie.' Lees ook 'Als de luchtkwaliteit eind dit jaar niet beter is, gaan we verhuizen'

Toch zijn externe financieringsbronnen wel degelijk cruciaal voor de economische transitie die de regionale overheid in Lódz zegt voor ogen te hebben. Drastische transformaties kosten geld en dat moet ergens vandaan komen, benadrukt Zdanowska.

Naast EU-subsidies is financiering van de EBWO onontbeerlijk om haar plannen te realiseren. Zeker nu de EBRD in juli 2020 een Groene Economie Transitie Aanpak 2021-2025 presenteerde, waarin zij investeringsaanvragen in lijn brengt met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs, is de bank volgens de burgemeester klaar om een ​​vergroeningspartner te zijn die de Groente. Deal kan helpen om het te laten gebeuren.

"Als milieuwetenschapper ben ik me meer bewust van de urgentie van klimaatverandering dan de gemiddelde politicus", besluit Zdanowska. 'We kunnen in Lódz hoogwaardige werkgelegenheid creëren voor mensen die hun baan verliezen als de elektriciteitscentrale van Belchatów sluit. Zo leveren we een belangrijke bijdrage aan de Europese duurzaamheidstransitie. Dat kost allemaal veel geld. Daarom zijn we ook in gesprek met de EBRD om die plannen te realiseren.'

Dit rapport is tot stand gekomen in het kader van MO*onderzoekt en mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterijfonds van Free Press Unlimited.

Schrijf je in op de MO*Daily en ontvang elke dag topartikelen.

Steun ons en word proMO* voor slechts €4/maand of doe een gratis donatie. 3190 proMO*s steunen ons vandaag al. 

Word een promo* of doe een donatie

Hans Wetzels (Heerlen, 1982) is cultuurwetenschapper en freelance journalist. Hij schrijft over vrijhandel, ontwikkeling en het mondiale voedselsysteem.

11.11.11 Broederlijk delen Rikolto (Vredeseilanden) Zebrastraat Fairtrade België Triodos Memisa VIA Don Bosco Plan WSM (World Solidarity) Oxfam België NewB Handicap International Artsen Zonder Vakantie Fos Damiaanactie Unicef ​​Vluchtelingenwerk Vlaanderen Join For Water Doktoren van de wereld Caritas Vlaanderen

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.