Slechts een handvol blokfluitbouwers in de wereld, maar in Utrecht wel

2021-12-18 03:47:25 By : Mr. Jacky Lau

Verscholen in een hofje tussen de Westerkade en de Bleekstraat zit sinds 1951 blokluitspecialist. Begonnen onder de naam Coolsma en in 1990 overgenomen door Aafab. ​​Aan de Jeremiestraat maken Otto van Boetzelaer en zijn team zo'n 20.000 houten blokfluiten in allerlei vormen en maten per jaar. Wereldwijd zijn er maar een handvol van dit soort blokfluitmakers. Aafab verkoopt de recorders over de hele wereld.

Hans Coolsma was in de jaren vijftig de oprichter van het Nederlands Blokfluitcentrum. Tot 1989 had hij ook een winkel aan de Oudegracht. Het oude winkelbord hangt nog steeds in het pand aan de Jeremiestraat. Vanaf eind jaren tachtig werd dat pand de hoofdlocatie en verdween de winkel. De werkplaats staat er al sinds de oprichting. Daar worden al decennia lang blokfluiten van allerlei houtsoorten gebouwd, gerepareerd en onderhouden.

Tekst gaat verder onder afbeelding

De showroom vol blokfluiten doet denken aan de toverstokwinkel van Olivander uit de eerste Harry Potter-film. Al die verschillende houten fluiten bij elkaar hebben ook iets magisch. De showroom staat vol met kleine en grote recorders. Sommige zijn niet groter dan twintig centimeter, andere wel twee meter. Gemaakt van donker en licht hout, sommige zelfs in een vrolijke kleur. Ze staan ​​netjes naast elkaar of liggen opgestapeld in hun koffers in een kast.

Aafab is dan ook gevestigd aan de Jeremiestraat. Je loopt er niet zomaar langs. De eigenaar, Otto van Boetzelaer, is het daarmee eens. De mensen die langskomen zijn vaak professionals. Of af en toe toeristen. "Soms krijg je een bus met Japanse bezoekers", zegt hij. “Dat zijn echt leuke dingen. Ze zijn een week in Amsterdam en een van die dagen zullen ze de showroom bezoeken. Of mensen die vanuit Italië naar Utrecht komen en ook hier komen.”

Perenhouten blokken Vanuit de showroom op de eerste verdieping is door de grote raampartijen de onderstaande werkplaats goed zichtbaar. De showroom werd in 2002 geopend door de toenmalige burgemeester Annie Brouwer-Korf. Het is een grote ruimte, waar een paar keer per jaar een klein concert wordt gegeven. Zoals tijdens het Festival Oude Muziek.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Er komen onder andere blokken peer, buxus en palissander binnen in de werkplaats. Die blokken worden omgevormd tot muziekinstrumenten. Zagen, boren, polijsten en natuurlijk tunen. In de grote ruimtes, soms met een laag stof, staat voor elke bewerking een aparte machine. Daarnaast maken een aantal muziekdocenten deel uit van het team die zich onder andere bezighouden met het stemmen van de fluiten. Daarnaast kun je ook met kapotte recorders bij hen terecht; reparatie en onderhoud behoren tot de dagelijkse werkzaamheden. Er wordt dan ook regelmatig gefluit om te testen of het instrument weer goed klinkt. Een passende achtergrondmuziek bij deze plek.

Nieuw-Zeeland “Je merkt dat het maken van muziek de afgelopen dertig jaar enorm is afgenomen”, zegt Otto. “Vroeger had je op alle scholen blokfluitles. Toen Coolsma nog eigenaar was, verkocht hij bijna al zijn blokfluiten in Nederland. Zo bestelde een muziekschool in Amsterdam 500 fluiten. Die tijd is echt voorbij. Je moet nu echt vertrouwen op de betere fluiten.” De prijzen voor een recorder uit de showroom variëren van enkele tientallen tot enkele duizenden euro's. En de recorders die Aafab bouwt, worden niet meer alleen in eigen land verkocht, maar over de hele wereld.

Tekst gaat verder onder afbeelding

“Als je wereldwijd kijkt, heb je maar een paar blokfluitmakers van dit formaat. In Duitsland en Zwitserland en bij ons. Yamaha probeert wat meer te doen, maar het is minimaal. Wij zijn de enige in Nederland. Je hebt nog wel wat eenmanszaken die met de hand duurdere fluiten maken.” Hierdoor heeft Aafab contacten in allerlei landen. “Overal waar de recorder wordt afgespeeld, hebben we contacten. Bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland, Australië en Japan. Het leuke is, als je zo'n kleine wereldmarkt hebt, ken je iedereen. We hebben zeer goed contact met Duitse collega's. Ik noem ze liever collega's dan concurrenten.”

“We verkopen aan winkels, groothandels, maar ook aan muzikanten”, zegt Otto. “Daar heb je natuurlijk de showroom voor.” Er zijn ook twee oefenruimtes om de fluiten uit te proberen. Vanwege corona moeten de fluiten daarna enkele dagen in quarantaine. De meeste mensen die langskomen zijn gevorderde of professionele spelers, zegt Otto. “En ook veel muziekdocenten. Mensen komen hier niet per ongeluk terecht. De meesten komen hier terecht op advies van bijvoorbeeld hun leraar of van een andere speler.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Doorontwikkelen Voordat hij het bedrijf van Coolsma overnam, importeerde Otto al blokfluiten. Coolsma had niemand die zijn bedrijf wilde overnemen. “Dat hebben we toen gedaan. Een nieuwe uitdaging." Otto heeft veel kennis van blokfluiten, maar met spelen heeft hij zelf niet veel. "Ik heb het als kind op school geleerd, maar ik was een van die kinderen die met een potlood in het mondstuk zou prikken . Dat kun je niet doen." In de jaren 80 begon hij met het importeren van blokfluiten. “Toen probeerde mijn vrouw me ooit les te geven. We zijn er al snel mee gestopt. We hebben nog steeds een geweldig huwelijk en ik weet niet hoe het zou zijn geweest", grapt hij.

In de werkplaats worden niet alleen veel verschillende typen blokfluiten gebouwd, maar ook nieuwe typen ontwikkeld. Of gewoon verbeterde oude. "Dus je kunt het wat gemakkelijker spelen." Zo maakten ze een knik in de tenorblokfluit, de 'kinked tenor'. Daarna kwam de 'comfort tenor': met een gebogen kop en extra ventielen op het midden en voetstuk. Hierdoor kunnen spelers die hun vingers niet zo ver kunnen spreiden makkelijker fluit spelen. “Een blokfluit klinkt als een oud instrument”, zegt Otto. “Ja, maar de ontwikkeling ervan gaat vrij goed door.”

Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief!

De nieuwe editie van de krant DUIC is uit en wordt verspreid door de hele stad. Lees het hier of haal het op in de stad.

Lees de laatste editie nog eens »